Het festival was bewust onaf. We vroegen iedereen om bij te dragen; een cake bakken, Turkse pizza’s maken, dieren vouwen van ballonnen, muziek maken of wat dan ook. Een pak drinken meebrengen was ook prima
Dat is tof, de Stentor kreeg ons onderzoek in het vizier en interviewde ons voor een artikel in de krant. En er verscheen een heus tweeluik! Op zaterdag 2 april het eerste artikel en een paar dagen later, maandag 5 april de follow up, waarin buurtbewoners aan het woord zijn. Mooie publiciteit en vooral erg leuk om te lezen hoe de bewoners van 'onze straat' het project hebben ervaren!
Als er iets te vieren valt dan zien de buren dat meestal. Er staat een ooievaar in de tuin of het huis van een bruidspaar wordt versierd met ballonnen. Een mooie aanleiding voor contact met je buren! Ook als het tegenzit kan het fijn zijn dat de buren dat weten. Misschien heb je juist dan behoefte aan een praatje of is het fijn dat de buren een beetje op je letten. Een kaarsje voor iemand opsteken is een heel oud symbool van medeleven. In deze buurtkast kun je een lichtje opsteken voor jezelf of voor iemand anders.
Via Twitter kwamen we een aantal maanden gelden in contact met journalist/publicist Jos van der Lans. Hij stuurde ons meteen een boekje toe dat ons erg heeft geinspireerd in ons project: Het woninkrijk der Bloemstraters. Het gaat over een onderzoek van Jos uit 2003 uitgevoerd in opdracht van woningcorporatie ‘de Alliantie’: ‘Bloemstraat – een zoektocht naar het sociale en culturele kapitaal in vier buurten’.
Het was een toffe bijeenkomst. De energie die er ontstond toen we onze ideeën presenteerden aan de buren was nu minder, we hadden nu natuurlijk ook niet onderzoek gedaan in de straten van de mensen die aanwezig waren. We hebben het ervaren als een heel zoekende bijeenkomst, op een positieve manier. We waren met elkaar de ideeën aan het uittesten en de waarde van de aanpak aan het onderzoeken.
Er werden vele ideeën toegevoegd aan de ideeënbroedkast en mensen vulden hun wensen in bij de vraag: Wat zou jij in de ‘Welkom in de straat-doos’ doen voor jouw nieuwe buren? Ook turfde men naar lieve lust in het ‘kleinste vorm van zorg invulboek’ welke kleine dingen ze wel voor hun buren wilden doen.
Ter plekke werd de ‘lief en leed’ commissie opgezet, de ‘groen gewoon doen’ groep en een voorzichtige buurt barbecue groep. Voor twee vormen die we bedacht hadden was minder animo. Het experiment van deze avond laat zien dat die vormen om een scherper ontwerp van ons vragen.
Maar er is ook een nieuw soort plek bijgekomen door de digitale media. Is WhatsApp een plek geworden? Twitter? Facebook? En hoe kunnen we deze nieuwe plekken zelf inrichten? Wie zit waar? En wie zorgt er voor de koffie?
En bij het ontbreken van het netwerk, hoe kunnen we toch zorgen dat deze persoon de hulp krijgt die hij/zij verdient?
Zijn er toch buren die kunnen helpen? En hoe ga je dan om met privacy?
Direct vormt een beeld in mijn hoofd. Zou dit mogelijk zijn voor ‘Jouw zorg is mij een zorg’? Zou ik de netwerken en zorgvragen in beeld kunnen brengen en zo mensen aan elkaar verbinden? Dat er een werkend uitleen systeem ontstaat op allerlei vlakken? Zowel op zorg, maar ook op andere niveau’s?